Meester en knecht, twee vrienden voor het leven. Van ’s Gravenweert kwam uit een rijke familie. Hij studeerde heel gemakkelijk. Al op jonge leeftijd vertaalde hij klassieken. Hij studeerde af als jurist.
In dit graf liggen:
- Jan van ‘s GRAVENWEERT (1790-1870)
- Jacobus de GRAAFF (1810-1875)
Jan van ’s Gravenweert wijdde zijn leven aan reizen naar Scandinavië en het Midden Oosten, aan dichtkunst en literatuur. Tijdens de Belgische Opstand stelde hij zich als diplomaat beschikbaar. Hij vervulde hierbij een belangrijke rol, die hem de titel staatsraad opleverde. In 1844 kwam hij naar Oosterbeek. Binnen de gemeenschap maakte hij zich nuttig in de gemeenteraad en vele besturen.
Jacobus de Graaff heeft het grafmonument opgericht. Het is op deze begraafplaats het enige van metaal. Aan de zijkant twee gedoofde toortsen. De andere kant laat een slang zien, die zich in de staart bijt. Het teken van oneindigheid. De olielamp verbeeldt het eeuwige licht. Jacobus de Graaff is, naar de wens van zijn meester, later in het graf bijgezet.
Dit grafmonument is een rijksmonument. Het is gerestaureerd in 2005.
Jan van ’s Gravenweert woonde vele jaren aan de Utrechtseweg , in het centrum van Oosterbeek in de Villa Otium (later genoemd Rijnheuvel)
In 1869 verkoopt Jan van ‘s Gravenweert zijn villa “Otium” (het latere” Rijnheuvel”) aan de Pietersbergseweg en gaat wonen in wat toen “Alida’s Hof” heette naar de vorige bewoonster. Hij overlijdt er 10 maanden later en wordt begraven op de Oude Begraafplaats aan de Fangmanweg, naast Jacob van Lennep.